-1- Astronomie
Het bekijken van de sterren heeft iets magisch. Het is zo groots waardoor jezelf klein voelt. Wat gebeurt daar buiten allemaal? Hoe zit het in elkaar? In het oudste boek van de Bijbel spreekt God hierover tot Job. In Job 38 vers 31 staat: “Kun jij de Plejaden aan elkaar vastbinden of de ketenen van de Orion losmaken.” Met deze retorische vraag zegt God tegen Job, dat Hij dat wel kan en Job niet.
De Plejaden (ook wel Zevengesternte genoemd) en de Orion (herkenbaar aan de zandloper vorm) zijn sterrenbeelden die we s ’nachts in de winter aan de hemel kunnen zien staan.
Wat opvallend is dat er gesproken wordt van het ‘vastbinden’ van de ene groep sterren en het ‘losmaken’ van een andere groep. Alsof de sterren van de Plejaden aan elkaar vastgebonden zijn en die van de Orion niet aan elkaar vast zitten.
Wetenschappers hebben intussen ontdekt dat de sterren van de Plejaden inderdaad als een vaste groep sterren door het heelal beweegt, op een afstand van ongeveer 440 lichtjaren bij ons vandaan. Vanuit de aarde gezien bewegen ze heel langzaan, maar ze blijven onderling bij elkaar.
Daarentegen bewegen de sterren van de Orion, niet gezamenlijk in één richting. De vorm verandert dus iets en maar wel erg langzaam. De sterren staan ook onderling ver van elkaar vandaan; van de 10 helderste sterren varieert de afstand tot de aarde tussen de 243 en 1553 lichtjaren; meer dan 6 keer zover.
Hoe wist de schrijver van boek Job dat? Hij moet wel ingefluisterd zijn door God die dit allemaal gemaakt heeft. Een (on)gelofelijk bewijs dat God onze schepper is.
-2- Scheepsbouw
Voor een techneut zoals ik valt er ook veel te leren uit de Bijbel. Bijvoorbeeld in het 6de hoofdstuk van het 1ste Bijbelboek Genesis. God vertelt aan Noach welke afmetingen de boot moet krijgen die hij moet bouwen. In Genesis 6 vers 15 staat: “Maak hem 300 el lang, 50 el breed en 30 el hoog.” Dat is een verhouding van 30:5:3. Maar wat is daar nu zo bijzonders aan? Er bestaan namelijk andere zondvloed verhalen van oude volkeren, en daarbij kom je andere afmetingen tegen. Bijvoorbeeld in de Gilgamesj epos van de Babyloniërs heeft de ark een kubus-vorm. Als je zoiets in het water zet, is het totaal niet stabiel en gaat het alle kanten uit rollen.
In 1993 ging een Koreaanse evolutionist dr. Seok Won Hong, 12 verschillende verhoudingen van afmetingen van bootrompen met elkaar vergelijken. Hij beoordeelde ze op: stabiliteit (kapseizen), comfort (deinen) en sterkte. En dit zijn tegenstrijdige kenmerken. Een langere boot is comfortabeler, maar ook minder stevig; het zou daardoor makkelijker kunnen breken. Een bredere boot biedt meer stabiliteit, maar is minder comfortabel. En een hogere boot geeft meer stevigheid, maar is minder stabiel. Het Koreaanse onderzoeksteam ontdekte dat de verhoudingen van de boot van Noach een zorgvuldig evenwicht had met betrekking tot die tegenstrijdige eisen. Een boot gebouwd volgens Bijbelse afmetingen voldeed aan alle eisen om het lange tijd op het water vol te houden. Overigens blijkt de verhouding van 30:5:3 nog steeds gebruikt wordt voor schepen. Moderne mammoettankers worden volgens dezelfde maatverhouding gebouwd.
Hoe kon Noach dit allemaal weten? God heeft de wereld met alle natuurwetten gemaakt en weet dit wel. Een (on)gelofelijk bewijs dat God onze schepper is.
-3- Biologie
Voor mensen die belangstelling hebben in geneeskunde valt er veel te leren uit de Bijbel. Lees bijvoorbeeld Leviticus 12 ver 3. Daar geeft God voorschriften aan de Israëlieten wanneer ze jongetjes moeten besnijden. Er staat: “Op de 8e dag moet het kind besneden worden.”
Het is maar een kort zinnetje, maar de Joden hielden en houden zich nog strikt aan dit voorschrift. Maar wat als die dag op een sabbat valt? De Joden beschouwen dit toch echt wel als werken, dan gaan ze toch in tegen het 4e gebod? Die staat in Exodus 20 vers 8-10: “Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag, Zes dagen kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de Heer, uw God; dan mag u niet werken.” Waarom de 8e dag, het zou toch ook wel op de 7e of 9e dag kunnen, in dat geval?
Uit onderzoek weten we nu waarom. Het heeft met de bloedstolling te maken en met name de vitamine K en pro-trombine; dit zijn 2 van vele bloedstollingsfactoren. Vitamine K wordt door middel van bacteriën in onze dikke darm gemaakt. Een baby wordt steriel geboren en heeft dat de eerste dagen nog niet, de productie daarvan komt langzaam op gang. Het gehalte aan pro-trombine is bij de geboorte voldoende, dat wordt namelijk door de moeder via de navelstreng meegegeven. Maar na de geboorte neemt het gehalte eerst af tot maar 30%, waarna het pas na de 3de dag door de lever aangemaakt wordt. Het gehalte stijgt daarna snel tot wel 110% op de 8e dag. Daarna neemt het gehalte weer af tot de normale 100% waarde. Dus alleen op de 8e dag is de bloedstolling het snelst, sneller dan in de rest van je hele leven. Het is de optimale dag voor een besnijdenis. Een (on)gelofelijk bewijs dat God onze schepper is.
-4- Weekkalender
Onze tijdseenheden zijn hoofdzakelijk gebaseerd op onze aarde, zon en maan. Een dag is de tijd die de aarde nodig heeft om 1 omwenteling om haar eigen as te maken. Een ander definitie hiervan de periode tussen de momenten dat de zon steeds het hoogst aan de hemel staat. Een jaar is de tijd die onze aarde nodig heeft om rond de zon te draaien. We zien de zon dan weer precies op dezelfde plek aan de hemel staan. Dit komt overeen met ongeveer 365,25 dagen. De tijdseenheid maand is gebaseerd op de omlooptijd van de maan. De periode vanaf ‘nieuwe maan’ tot de volgende ‘nieuwe maan’ is ongeveer 29,53 dagen.
In de Sumerische taal (3000 – 2000 B.C.) vinden we de oudste bronnen voor een 60-tallig stelsel. De tijd werd toen hierin verdeeld. Zo kwamen ze uit op 360 dagen per jaar, 30 dagen per maand, 4 maal 6 uur per dag, 60 minuten per uur en 60 seconden per minuut. In het oude Egypte werd deze kalender nog gehanteerd, waarbij er per jaar 5 schrikkeldagen aan toegevoegd werden. In de Bijbel vindt men een kalender gebaseerd op de maan. Zo bestaat 1 jaar uit 12 maanden van 30 dagen. Het achterlopen op de lente werd gecorrigeerd door soms een schrikkelmaand in te voegen. In de loop der tijd is de kalender aangepast door Julius Caesar (45 B.C.) en Paus Gregorius XIII (1582) waarmee we zijn uitgekomen op de zogenaamde gregoriaanse kalender, die wereldwijd het meest gebruikt wordt.
Maar waar is de tijdsperiode “week” op gebaseerd? Er bestaat geen planeet met een omlooptijd van 7 dagen. De Babyloniërs kenden de week al; ze noemden de dagen naar 7 hemellichten die met het blote ook te zien waren (zon, maan, mars, mercurius, jupiter, venus en saturnus). In de Franse taal zie je veel van die namen nog terug. Maar dit zegt niets over de oorsprong van de tijdsperiode week. De enige oorsprong hiervan is gebaseerd op de 7-daagse schepping door God, die we in het begin van de Bijbel lezen. Wereldwijd in veel oude beschavingen vinden we de week terug.
Een (on)gelofelijk bewijs dat God onze schepper is.
H.W.