Geloof

 

Door eenvoudig in God te gaan geloven, heeft de Heilige Geest in uw hart nieuw leven gewekt. U bent een nieuwgeboren kind in Gods gezin en Hij houdt van u, zoals Hij
van Zijn Zoon houdt. Nu u uzelf aan Jezus hebt gegeven, mag u niet daarop terugkomen
en mag u niet van Hem weggaan. Elke dag moet u het herhalen: „Ik ben van
Christus. Ik heb mijzelf aan Hem gegeven”. Vraag Hem, of Hij u Zijn geest wil
geven en u door Zijn genade wil bewaren. Door uzelf aan God te geven en door in
Hem te geloven, wordt u Zijn kind. U moet uw leven dus op Hem concentreren. De
apostel zegt: „ Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem”.(1)
Er zijn mensen, die schijnen te denken, dat ze een proeftijd hebben gekregen en dat
ze aan de Heer moeten bewijzen, dat zij veranderd zijn, voordat zij aanspraak
kunnen maken op Zijn zegen. Zij kunnen echter nu reeds op deze zegen rekenen.
Zij moeten Zijn genade bezitten en de Geest van God moet hen helpen bij hun
zwakheden, willen zij aan het kwaad weerstand kunnen bieden.

Jezus wil graag, dat we naar Hem toekomen zoals we zijn: zondig, hulpeloos en in
een gevoel van afhankelijkheid. We mogen met al onze zwakheden naar Hem
toekomen, met ons onverstand, met onze zondigheid en vol berouw aan Zijn voeten
neervallen. Zijn heerlijkheid omringt ons met Zijn liefdevolle armen. Onze wonden
worden verbonden en wij worden van alle onreinheid bevrijd.
Op dit punt schieten duizenden mensen te kort: zij geloven niet dat Jezus hen
persoonlijk en afzonderlijk vergeving schenkt. Zij nemen God niet op Zijn woord.
Het is echter het voorrecht van allen, die aan de voorwaarden voldoen, om er zeker
van te zijn dat voor elke zonde vergeving in overvloedige mate beschikbaar is. Zet
die bange gedachte, dat Gods beloften niet voor u bedoeld zijn, van u af.
Zij zijn bedoeld voor elke berouwvolle zondaar. Er is voor gezorgd, dat de kracht en de
genade van Christus door dienstvaardige engelen bij elke gelovige worden
gebracht. Niemand is zo zondig dat hij geen kracht, reinheid en rechtvaardigheid
zou kunnen vinden in Jezus, Die ook voor hem gestorven is. Jezus staat klaar om
de zondaar van zijn kleren, die vol vlekken zijn en vuil zijn door de zonde, te
ontdoen en hem met de witte klederen van gerechtigheid te bekleden. Hij biedt hen
aan om te leven in plaats van te sterven.

Als u de rijke beloften van de Bijbel voor u ziet, kunt u dan plaats geven aan
twijfel? Kunt u geloven dat, als de arme zondaar graag wil terugkeren, de Heer hem
er in Zijn strengheid van weerhoudt om vol berouw voor Hem te knielen? Weg met
zulke gedachten! Niets kan uw eigen hart meer kwaad doen, dan er zulke gedachten
op na te houden over onze hemelse Vader. Hij haat de zonde, maar Hij houdt van
de zondaar en Hij gaf Zichzelf in Jezus Christus, opdat allen, die dat wensen gered
zouden kunnen worden en de eeuwige zaligheid in het koninkrijk der heerlijkheid
kunnen bezitten. Hoe had Hij in krachtiger of liefdevoller bewoording Zijn liefde
voor ons kunnen uiten als m deze woorden, die Hij koos: „ Kan ook een vrouw haar
zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot?
Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet”.(2)
Zie omhoog, u, die twijfelt en beeft. Jezus leeft om voor ons te bemiddelen. God zij
gedankt voor de gave van Zijn lieve Zoon. Bid, dat Hij niet tevergeefs voor u
gestorven mag zijn. De Geest nodigt u op dit moment uit. Kom met uw hele hart tot
Jezus. U mag aanspraak maken op Zijn zegen.
Denk er aan, wanneer u de beloften naleest, dat deze uitingen zijn van
onuitsprekelijke liefde en medelijden. Het grote hart van oneindige liefde gaat in
grenzeloos erbarmen uit naar de zondaar. „ En in Hem hebben wij de verlossing
door zijn bloed de vergeving van de overtredingen”.(3) Ja, geloof slechts dat God’u
helpt! Hij wil het beeld van Zijn wezen in de mens vernieuwen. Als u vol berouw
naar Hem toegaat en uw zonden belijdt, zal Hij tot u komen met genade en
vergeving.

Schreden naar Christus, p.62.63,65,66

Verwijzingen:
(1) Colossenzen 2 : 6; (2) Jesaja 49 : 15; (3) Epheziërs 1-7