Er zijn bepaalde voorwaarden, die in acht genomen moeten worden, als we
verwachten dat God onze gebeden zal horen en zal beantwoorden. De eerste is, dat
we onze afhankelijkheid van Zijn hulp beseffen. Hij heeft beloofd: „ Want Ik zal
water gieten op het dorstige en beken op het droge”.(1) Wie hongeren en dorsten
naar gerechtigheid, wie naar God verlangen, mogen er van verzekerd zijn, dat zij
daarmee vervuld zullen worden. Het hart moet openstaan voor de invloed van de
Geest. Als dat niet het geval is, kunnen Zijn zegeningen niet worden ontvangen.
Onze grote nood is op zichzelf een argument, dat zeer welsprekend ten gunste van
ons pleit. Maar we moeten de Heer zoeken en vragen of Hij deze dingen voor ons
wil doen. Hij zegt: „Bidt en u zal gegeven worden”.(2) En: „ Hoe zal Hij, die zelfs
Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen
overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken?” (3)
Als ons hart verkeerde bedoelingen heeft, of als we bewust aan een bepaalde zonde vasthouden,
zal de Heer ons niet verhoren. Maar het gebed van iemand, die berouw heeft, wordt
altijd aanvaard. Als wij al het verkeerde, dat we ons kunnen herinneren, in orde
hebben gemaakt, mogen we erop vertrouwen, dat God onze gebeden zal
beantwoorden. Onze eigen verdiensten kunnen ons niet bij God in de gunst
brengen. Het zijn de verdiensten van Christus, waardoor we gered worden; het is
Zijn bloed, dat ons reinigt. Toch moeten we ervoor zorgen, dat we voldoen aan de
voorwaarden om aanvaard te kunnen worden.
Een volgend aspect van succesvol gebed is geloof. „Wie tot God komt, moet geloven,
dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken”.(4)
Jezus zei tot Zijn discipelen: „ Daarom zeg Ik u, al
wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal u
geschieden”.(5) Geloven wij Hem op Zijn woord?
De verzekering is groots en onbeperkt. En Hij, Die het belooft, is getrouw. Als wij
niet precies die dingen ontvangen, waarom we op een bepaald moment hebben
gevraagd, moeten we toch blijven geloven dat de Heer ons hoort, en dat Hij onze
gebeden zal verhoren. Wij zijn vaak zo dom en kortzichtig, dat we om dingen
vragen, die geen zegen voor ons zouden betekenen. Onze hemelse Vader
beantwoordt vol liefde onze gebeden door ons te geven wat voor ons bestwil is: dat,
wat we zouden hebben gevraagd, als wij met goddelijke verlichting de dingen
zouden zien, zoals ze in werkelijkheid zijn. Als het lijkt dat onze gebeden
onbeantwoord blijven, moeten we toch vasthouden aan de belofte. Want de tijd van
verhoring komt en op het moment, dat we het, het meeste nodig hebben, geeft God
Zijn zegeningen. Het is arrogant om te denken dat een gebed altijd precies zo wordt
verhoord als wij graag zouden willen. God is te wijs om Zich te kunnen vergissen,
en Hij is te goed, dat Hij enig goed ding zou onthouden aan hen, die in oprechtheid
wandelen. Wees dan niet bang om op Hem te vertrouwen, zelfs als u geen onmiddellijk
antwoord krijgt op uw gebeden. Vertrouw op Zijn zekere belofte: „Bidt en u
zal gegeven worden”
Schreden naar Christus, p.114,115,116
Verwijzingen:
(I) Jesaja 44:3 (2) Mattheüs 7:7 (3) Romeinen 8:32 (4) Hebreeën II :6 (5) Marcus 11 :24